Kerstkransjes

Kerstkransjes zijn hele lekkere koekjes die totaal niet moeilijk te maken zijn. Vaak zie je kerstkransjes met suikerparels of amandelschaafsel. Ik eet mijn kerstkransjes het liefst met zowel suikerparels als amandelschaafsel. Ik voegde aan dit recept wat citroenrasp toe voor een frisse smaak. Kortom, een geslaagd koekje die heerlijk smaakt. Met dit recept kan je ongeveer 20 kerstkransjes maken. 

 

Instructie

 

Hoe maak je het: 

  • Doe de boter en suiker in een kom en mix romig.
  • Was de citroen en dep droog.
  • Rasp de schil van ½ citroen en voeg toe aan de boter.
  • Voeg de ½ eidooier toe en mix door de boter tot het ei is opgenomen.
  • Voeg de bloem en het zout toe en mix door elkaar.
  • Vorm met je handen een deegbal en verpak het deeg in plasticfolie.
  • Leg het deeg 45-60 min. in de koelkast.

 

  • Verwarm de oven voor op 180 graden.
  • Strooi bloem uit over je werkblad.
  • Rol het deeg uit tot een dikte van 4-5 mm. 
  • Steek met een ronde steker van 7 cm doorsnee cirkels uit het deeg.
  • Steek met een kleine steker van 1 cm doorsnee in het midden van het koekje een cirkel uit.
  • Bekleed een bakplaat met bakpapier.
  • Leg de koekjes op de bakplaat.
  • Kneed het overige deeg tot een bal en rol weer uit.
  • Steek uit het deeg weer cirkels tot het deeg op is.
  • Kluts het ei in een schaaltje.
  • Bestrijk de koekjes met ei.
  • Strooi suikerparels en amandelschaafsel over de koekjes en duw een beetje aan.
  • Bak de koekjes in 15-18 min. gaar en bruin.
  • Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
  • Bewaar de koekjes luchtdicht. 

 

Eet smakelijk!! 

 

Groetjes, Wil